Twee scholen in Drenthe mogen zich sinds deze week ‘Taalvriendelijke School’ noemen. Daar zijn er nu bijna twintig van in Nederland en wereldwijd zijn er zo’n dertig. Op die scholen zitten vaak veel kinderen die thuis een andere taal dan Nederlands spreken. Vaak hebben die kinderen vaak ook een andere cultuur en een ander geloof. Taalvriendelijke scholen zien al die verschillen als iets heel moois en als een kans om van elkaar te leren.
Er zijn in Nederland veel kinderen die naast Nederlands nog een taal spreken. Omdat hun ouders bijvoorbeeld uit een ander land komen. Op veel scholen wordt verwacht dat kinderen Nederlands spreken in de klas en op het schoolplein. Er werd vaak gedacht dat het Nederlands van kinderen zich minder goed ontwikkelt, als ze veel tijd in een andere taal praten. Uit onderzoek blijkt dat dat niet waar is en dat het juist goed is voor de taalontwikkeling. Vooral als je al op jonge leeftijd twee talen leert spreken. Bovendien is het spreken van je eigen taal een kinderrecht. Het hoort bij het recht op je eigen taal, cultuur en godsdienst.
Steeds meer scholen geven aandacht aan de verschillen in culturen en achtergronden. De gemeente Amsterdam wil dat meer scholen iets positiefs doen met meertaligheid, zo heet het als je meer dan één taal spreekt. Als kinderen af en toe iets kunnen zeggen in een andere taal, of als ze over hun cultuur kunnen vertellen, kan dat heel goed zijn voor hun zelfvertrouwen en hun ontwikkeling.
Er zijn dus ook Taalvriendelijke scholen in Nederland. Daar worden de lessen in het Nederlands gegeven, maar worden alle andere talen die bij kinderen thuis worden gesproken als iets moois gezien. Kinderen leren dat ze trots mogen zijn op hun extra taal. Soms worden die talen zelfs gevierd, met een talenfeest! Via spelletjes leren kinderen dan woordjes in de talen van hun klasgenoten. Op Taalvriendelijke scholen mogen ouders die komen voorlezen dat in hun eigen taal doen.
Wist je dat gebarentaal ook een officiële taal is? Luister hier naar het verhaal van Emily, die in gebarentaal praat met haar zusje Annika.
Als bijna al je klasgenoten een andere achtergrond hebben dan jij hebt, dan kan dat best ingewikkeld zijn. Misschien kennen kinderen jouw cultuur niet goed, en weten daarom niets over de tradities in jouw familie. Of over wat het geloof voor jou betekent. Dan kan je aan je meester of juf vragen of je een keer een spreekbeurt mag houden, zodat je over jouw cultuur kunt vertellen. Leerzaam en leuk voor je klasgenoten, want dan leren ze jou wat beter kennen. Misschien kunnen jullie ook wel een taalfeest organiseren!
Als je juist merkt dat er iemand in je klas zit die dingen net anders doet dan jij en je andere vriendjes en vriendinnetjes gewend zijn, probeer dan, net als Lot, nieuwsgierig te zijn. Stel vragen en praat over de dingen die anders zijn. Dan kan je je klasgenoot beter begrijpen en misschien merk je ook wel dat er naast verschillen, ook heel veel dingen hetzelfde zijn.